“Kunstmatige intelligentie” klinkt misschien als iets uit een film, maar eigenlijk is het overal om ons heen en wordt het elke dag gewoner. Als je ooit iemand aan Siri hebt horen vragen hoe laat het is of iets op Netflix hebt gekeken en een suggestie hebt gekregen voor de volgende keer, dan heb je het werk van kunstmatige intelligentie gezien.
Kunstmatige intelligentie, of kortweg AI, is eigenlijk hoe het klinkt: Het is intelligentie die door mensen is gemaakt, iets dat kan denken zoals mensen dat doen zonder een levend wezen te zijn zoals wij. AI wordt gemaakt met behulp van computers. Als je wel eens een film, tv-programma of videogame hebt gezien met een robotpersonage erin, dan heb je een voorbeeld gezien van zeer geavanceerde AI: het is de technologie waarmee deze robots zich net zo kunnen gedragen als mensen. In het echte leven is AI nog niet zo geavanceerd, maar het kan ons op veel verschillende manieren helpen informatie te vinden, te vergelijken en te ontdekken. Eerst moeten we het echter veel informatie leren en dat doen we via een proces dat machine learning heet.
Machine learning is het proces waarbij een computer (een machine) iets leert om te doen. Het proces begint meestal door de computer veel informatie, of gegevens, te geven. Deze gegevens kunnen gelabeld zijn: Je zou de computer bijvoorbeeld veel foto’s van katten en honden kunnen geven, met elk een label “kat” of “hond”. Vervolgens kun je de computer plaatjes zonder label geven en kijken wat hij heeft geleerd: Kan de computer na het bekijken van honderden foto’s van katten en honden zeggen of een nieuwe foto een kat of een hond is? Misschien weet hij het niet meteen, maar als hij het fout heeft, kan de computer daarvan leren en slimmer worden.
Het doel van machinaal leren is om de computer te leren problemen op te lossen door verschillende ideeën met elkaar te verbinden. Dat lijkt ook veel op hoe menselijke hersenen werken. Als je iets nieuws leert of iets probeert uit te zoeken, probeer je het vaak te verbinden met iets wat je al weet. Als je bijvoorbeeld een boek leest en je komt een groot woord tegen dat je niet begrijpt, probeer je het misschien te begrijpen door naar de woorden eromheen te kijken en na te denken over welke woorden normaal gesproken de lege ruimte ertussen opvullen.
Kunstmatige intelligentie is een heel studiegebied, terwijl machinaal leren slechts een onderdeel is van hoe mensen dingen maken met AI. Om het op een andere manier te bekijken: AI is als een vak op school (zoals “wiskunde”), terwijl machine learning één onderwerp in dat vak is (zoals “vermenigvuldigen”).
We bedenken elke dag nieuwe manieren om AI te gebruiken! Virtuele assistenten zoals Siri en Alexa vertrouwen op AI. Videogames gebruiken ook AI: Het vertelt de niet-speelbare personages in een game wat ze moeten doen. Wetenschappers kunnen AI gebruiken om het weer te voorspellen of om tonnen foto’s van de ruimte te analyseren en een nieuwe planeet te vinden. We hebben ook AI-tools die gewone mensen kunnen gebruiken voor hun plezier of om dingen te leren. Er zijn AI-tools die chatbots worden genoemd en waarmee je heen en weer kunt typen alsof je met een echt persoon praat. Mensen gebruiken chatbots om allerlei vragen te beantwoorden, van “Waar is dat Pikachu-speeltje dat ik heb besteld?” tot “Hoe worden marshmallows gemaakt?”.
Sommige robots in films en tv-series zijn slecht, dus je maakt je misschien zorgen dat AI ook slecht is. De waarheid is dat je je geen zorgen hoeft te maken over intelligente robots die de wereld overnemen, maar dat betekent niet dat je AI altijd moet vertrouwen zoals je een ouder of vriend zou vertrouwen. AI kan net als een mens fouten maken, dus het heeft niet altijd gelijk over alles. Het kan ook oneerlijke vooroordelen hebben: Als de gegevens waarmee de AI is getraind oneerlijke uitspraken over bepaalde groepen mensen bevatten, zal de AI hetzelfde denken. Mensen kunnen AI ook expres gebruiken om dingen te maken die echt lijken, maar het niet zijn. Dit kan leuk zijn, zoals het maken van een foto van een paarse eenhoorn die lijkt op een foto die iemand in het echt heeft gemaakt, maar het kan ook gevaarlijk zijn, zoals het maken van een video van de president die iets zegt wat hij nooit heeft gezegd. Je moet ook weten dat AI niet altijd een geheim kan bewaren. Net zoals je online geen persoonlijke informatie moet delen, moet je dat ook niet doen met een AI-tool. Het gebruik van AI lijkt veel op het gebruik van elk ander krachtig hulpmiddel, zoals een computer, een boormachine of een auto. We kunnen heel veel leuke en nuttige dingen doen met AI, maar we moeten altijd voorzichtig zijn met hoe we het gebruiken en hoeveel we vertrouwen op wat het ons vertelt.